Zoals gezegd kwamen we in Hoorn al snel tot de conclusie dat we helemaal niets weten/wisten van het stadje. Gelukkig doet Hoorn aan citymarketing (ook een communicatieadviseur is altijd aan het werk) dus een paar foldertjes en een plattegrondje meegenomen uit het havenkantoor om Hoorn te gaan verkennen. Dat deden we uiteindelijk overigens zonder foldertjes en plattegrond, want die lagen nog aan boord. Scheepsjongens van Bontekoe, ehh… Ik ken ze van naam ja… (Gelukkig weet de wiki meer.) Het was na twaalven (’s middags) toen we Hoorn achter ons lieten, om via Enkhuizen door te gaan naar Medemblik. Wederom geen drama in de sluizen en prima wind die gaande weg steeds meer afnam.
In Medemblik vonden we een plekje in het Regatta centrum, een luxe marina. Die luxe was heerlijk, maar verder was de haven enigszins ‘kil’. We hebben inmiddels ontdekt dat grote jachten bemand worden door grofweg twee typen mensen. De mensen die echt van zeilen houden en vaak klein zijn begonnen (zoals wij nu), in voor een praatje en verhalen van vroeger en nu. En daarnaast de mensen die hun jacht hebben om mee te pochen en om dure wijn/champagne op te drinken. De laatste categorie heeft de vreemde neiging wel bij ons jachtje te blijven staan, maar vervolgens niet terug te groeten, de kop om te draaien en snel weg te lopen. Gezelligheid vonden we in het stadje, mochten we Medemblik weer aandoen dan gaan we voor de binnenhaven.
Vanuit Medemblik vertrokken we donderdagochtend naar Makkum. Koers 25 konden we net niet aanhouden en na een paar uren zeilen viel de wind weg. Genua naar beneden gehaald en een stuk op de motor gedaan. Uit het niets was er opeens weer wind, een dikke 3 Bf precies uit de goede hoek. Genua weer omhoog, opnieuw koers uitzetten en met een snelheid van ruim 5 knopen naar Makken gezeild. Daar de marina opgezocht, omdat ik op het strand moest en zou liggen. ’s Avonds werden we vergezeld door vrienden Dennis, Chantal en Chantal. Waar Dennis zonder twijfel kon zeggen dat hij degene was met het grootste schip op dat moment… Plan was om de volgende ochtend via het IJsselmeer naar Workum of Stavoren te zeilen om daar ‘naar binnen te gaan’. De buien hielden mij echter de hele nacht wakker en toen we op stonden gierde de wind nog door de haven. Windkracht 4/5 volgens internet, een dikke 6 in werkelijkheid. Makkum aan lagerwal veroorzaakte goed surfweer en een heftige branding.
Goed voor mooie plaatjes, maar de bemanning van Frya is niet zeewaardig genoeg om met dat weer het IJsselmeer te bedwingen. Daarom gekozen voor de route ‘binnendoor’, via Tsjerkwerd naar Workum. Het wachten voor de sluis in Makkum duurde lang, maar daarna vormden de brug een soort ‘groene zone’, alle bruggen mee. Overigens is ‘lang wachten’ een betrekkelijk begrip. Omdat we zo’n klein dopje zeilen konden we nog overdwars achter een Botter, een Etap 28i en twee bij-bootjes mee in een ‘schutting’. Van de stuurman van de Bottor nog het heerlijke geurtje Diesel (na waarschuwing) cadeau gekregen. Rond een uur of vier waren we in Workum: aanleggen of door naar Gaastmeer? We kozen voor het laatste.
Geen bruggen meer en prima koers wat de wind betrof dus kleine fok omhoog en grootzeil met dubbel rif. Dankzij de harde wind en de golven die we ‘mee’ hadden, hadden we een aardig tempo. De afslag Gaastmeer waren we voorbij voor we het in de gaten hadden. “Joh, we zijn al op de Fluessen!” “Oh kijk, dat daar is Heech!” Zonder het in de gaten te hebben knalden we met ruim 7 knopen richting Heech. En dat terwijl onze maximale rompsnelheid in theorie 5,3 knopen is. Verklaart ook waarom we richting Makkum ondanks de goede wind steeds maar net boven de vijf knopen kwamen. Onderstaande foto geeft slechts een klein beetje een beeld van de hoogte van de golven waar we op mee-surfden.
Het binnen halen van de zeilen was even heftig. Hoe ik het voor elkaar heb gekregen kan ik amper nog reconstrueren. Languit op het voordek, armen om de mast geklemd. En aan het roer JPD die steeds riep “Goed vasthouden!”, alsof ik ook maar iets anders van plan was. We kozen voor overnachten in de passantenhaven in Heech, waar de ‘jeugd’ (ook ik word oud) zich klaar maakte voor de Sneekweek. Gezelligheid alom en even wennen dat we niet meer het kleinste jachtje van de haven hadden (zelfs de huur-foxjes zijn een ft korter) en dat we precies in de box pasten. Naast ons aan stuurboord een gezellig gezin Nederlanders uit Frankrijk en aan bakboord een bemoeizuchtig Duits echtpaar. Onze Duitse buurvrouw was zo druk met naar binnen gluren dat ik de boel binnen eerst maar opgeruimd heb.
Zaterdag was het plan om een kijkje te nemen bij de Sneekweek, dus het bij starteiland of in Sneek. Hoge nood en geen zin in weer plassen op de porta-potti deed ons echter bij Heresyl belanden (Terhorne) en besluiten een Marrekrite plekje te zoeken voor de nacht. Marrekrite plekje werd thuishaven en daar was de auto zo dichtbij dat we de verleiding niet konden weerstaan om gewoon even lekker naar huis te gaan. JPD slaapt liever vannacht dan morgen alweer op de boot, ik vind de ruimte om me heen wel weer even lekker. Maar zien wanneer we weer gaan om ons rondje Fryslân (en misschien zelfs IJsselmeer) voort te zetten…