Vakantietijd, 3 weken niet meer naar een beeldscherm staren … heerlijk.
Indien je een boot hebt, is het nadeel dat je eigenlijk wel altijd met de boot op vakantie “moet” , anders ben je het hele jaar aan het klussen en investeren voor een paar weekendjes. Echter in deze Corona tijd, waarbij mensen niet meer weten waar ze naar toe willen/kunnen in eigen land, is het natuurlijk helemaal super om een eigen schip te hebben, zeker omdat je met de Eowyn niet persé een haven in hoeft en dus ver uit te de buurt van andere mensen kunt blijven.
De eerste week van de vakantie viel het weer tegen, en heb ik van de tijd gebruik gemaakt de boot schoon te maken en te bevoorraden.
De tweede week, ging (naast mijn eigen 2 matroosjes) mijn 19 jarige neefje mee, ideaal, want hij kan zeilen en heeft ervaring met een boot van hetzelfde formaat. Daardoor konden we op de eerste dag direct door de Robbengatsluis naar buiten, en door naar het Oosten, Borkum was het doel. Na amper 6 uurtjes motorzeilend over de 3 wantijen waren we op de plaats van bestemming.
Zoals “gewoonlijk” ga ik daar altijd naar “Port Henry” ( zie ook http://www.ziltedromen.nl/borkum/ ) , nu was deze haven altijd al een vervallen bende, maar wat ik dit jaar aantrof sloeg alles. Er is slechts nog 1 stukkie steiger over, geen vingersteigers meer, en het havenkantoor is dicht.
In plaats van een bezoek aan het havenkantoor, stond er s’avonds een dame naast de boot, die graag contant geld wou. Oeps … dat had ik niet bij me … in NL betaalde ik al nooit meer met contanten, maar de laatste tijd met Corona is dat al helemaal niet meer aan de orde, domweg niet bij stil gestaan dus …
De dame in kwestie was onvermurwbaar, er was geen andere optie, ik MOEST naar het stadje met het OV om geld te pinnen … bij gratie mocht dat de volgende ochtend.
Zo kwam het dat we de volgende ochtend met z’n vieren met mondkapjes op met het treintje naar het centrum van Borkum vetrokken, om uiteindelijk met cash via een taxi weer terug te gaan naar de haven.
We hadden ondertussen wat “haast” , ivm het opkomende tij, en het feit dat ik het warm had en wou varen, maar de dame in kwestie was nergens te bekennen, ik wist welke boot van haar was, maar ook daar was niemand “thuis”, gezien ik geen andere Nederlanders kon vinden die nog een nachtje bleven, heb ik een briefje gemaakt, en ivm ontbreken van muntgeld zelfs extra geld op het bewuste schip achter gelaten, onder vermelding van mijn bootnaam.
Bij het wegvaren echter, was luid geroep hoorbaar, en zag ik een roodaangelopen haven meesteres de trap afstormen, luidkeels roepend dat ik “zeker even vergeten was af te rekenen en snel terug moest komen” … Aangezien de hele haven hiervan mee kon genieten, heb ik op mijn beste Duits, wellicht iets luider dan noodzakelijk, te verstaan gegeven, dat mijn bezoek aan Borkum in het teken heeft gestaan van het regelen van centjes voor haar, en dat ik die bij gebrek aan een kantoor, pinautomaat of iets anders van na 1960, maar op haar schip heb achtergelaten, incl fooi.
De daarop volgende verontschuldigingen waren hopelijk ook voor de rest van de haven hoorbaar.
Maar goed, bloedjewarm, zo goed als windstil en op naar JUIST !!